zaterdag 20 oktober 2012

Wild in een wei (de Alpaca)

In een wei verwacht je normaal gesproken koeien, schapen of paarden. Maar vandaag, ik was op weg naar het Dwingelerveld, fietste ik nabij het spaarbankbos tussen Hoogeveen en Pesse en tot mijn verbazing zag ik daar een drietal lama-achtige dieren lopen. Snel een paar foto's gemaakt en vervolgde mijn weg naar mijn eindbestemming.

Op de terugweg zag ik dat er mensen (Fam. Fetlaar) waren op het stukje land waar deze dieren zich bevonden. 
Ik sprak ze aan ze vertelden mij dat het Alpaca's waren. "Deze dieren heb ik dit jaar aangeschaft" vertelde Dhr. Fetlaar mij. De bruine is een mannetje, de twee lichtere zijn moeder en dochter. "Eigenlijk zijn ze van mijn dochters en hebben ze puur voor de lol en niet voor de wol".

 

De alpaca (Vicugna pacos) (in de volksmond soms ook berglama genoemd) is lid van de familie Camelidae (kameelachtigen) uit Zuid-Amerika. De alpaca wordt in de hoge Andes als huisdier gehouden. Hij heeft een schofthoogte van 90 cm., met een lange vacht, dikwijls tot aan de grond reikend. De vacht komt voor in meer dan 22 erkende kleurslagen. Bontgekleurde dieren zijn veel zeldzamer.

  
De alpaca leeft op de hoogvlakten van Bolivia en vooral Peru, met name de hoogvlakte van het Titicacameer in de districten Puno, Cusco en Arequipa. De alpaca gedijt het beste op een hoogte van 4400-5300 meter waar een geringe luchtvochtigheidsgraad heerst. Daarentegen geeft hij wel de voorkeur aan zachte, vochtige grond voor zijn gevoelige pootjes, met mals gras en veel poelen om zich in te wentelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten